Zorgwijzer Dyslexie

Dyslexie komt van de Griekse woorden ‘dys’ en ‘lexis’ en betekent: beperkt kunnen lezen. In de praktijk hebben mensen met dyslexie (ernstige) problemen met lezen en/of spellen.

Het probleem is hardnekkig en doet zich voor bij onderwerpen waarbij taalvaardigheid een rol speelt, bijvoorbeeld bij rapportage, het schrijven van brieven en mails en bij het lezen van documenten en boeken. Schattingen geven aan dat tussen de 1 en 3,5 procent van de bevolking dyslectisch is.

Wat is EED?

Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school.

Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft. Met 'enkelvoudig' wordt bedoeld dat er geen andere leer(stoornissen) aanwezig zijn.

Welke hulp- en zorgvormen zijn er voor dyslexie?

De school en de zorg hebben beide een taak als het gaat om het bieden van hulp bij dyslexie. Een kernpunt is dat de school in de eerste plaats verantwoordelijk is om kinderen met lees- en spellingproblemen te ondersteunen. Hierbij hoeft het niet per definitie te gaan om ernstige enkelvoudige dyslexie.

Op grond van de Jeugdwet en de Wet passend onderwijs kan er worden doorverwezen naar specialistische dyslexiezorg. Er zal hier een beroep worden gedaan als de extra ondersteuning onvoldoende resultaat geeft of als er vermoedens zijn van EED.

Hieronder volgt een overzicht van de taken die scholen en de zorg hebben.

SchoolZorg
Het signaleren van lees- en spellingsproblemen (dyslexie)Verzamelen van schoolgegevens
Extra instructie en oefening in de klasDiagnose stellen
Remedial teaching buiten de klasBehandelingen (ongeveer 60 van 1 uur) en huiswerk
Toetsing van kinderen en het opmaken van een dossierZorgen voor participatie van ouders
Indien nodig: doorverwijzen naar ZorgMonitoren van resultaten (met behulp van landelijke database)

Hoe wordt zorg bij dyslexie georganiseerd en vergoed?

Sinds 1 januari 2015 wordt dyslexiezorg georganiseerd en bekostigd door gemeenten op grond van de Jeugdwet. Niet iedereen komt echter in aanmerking voor vergoeding van zorg bij dyslexie.

Er zijn verschillende voorwaarden van toepassing, waaronder:

  1. Er is sprake van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED)
  2. Er zijn geen bijkomende stoornissen
  3. De dyslexie moet zijn vastgesteld volgens de voorwaarden van het Protocol Dyslexie Diagnose en Behandeling.
  4. Begeleiding en hulp van school bij het lezen en spellen hebben onvoldoende geholpen

Vraag bij je gemeente naar eventuele andere voorwaarden die kunnen gelden.

Onderwijs

Het aanpakken van lees- en spellingproblemen bij kinderen valt op de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van scholen.

  1. Bij kinderen van wie het vermoeden bestaat dat er sprake is van (ernstige) dyslexie moet tijdige signalering plaatsvinden.
  2. Door goede signalering en begeleiding krijgt de school inzicht in de leerachterstand van het kind op het gebied van lezen en spellen. De school kan hiervoor gebruikmaken van verschillende protocollen om deze problemen effectief aan te pakken, bijvoorbeeld het Protocol Leesproblemen en Dyslexie.
  3. De leerachterstand wordt vastgesteld door middel van toetsing, zoals speciale toetsmomenten en interventies. Er wordt daarnaast gekeken of er sprake is van didactische resistentie. Dat houdt in dat het kind ondanks adequate leerhulp bij de zwakste lezers blijft in vergelijking met de norm.
  4. De school maakt een leerlingdossier die is voorzien van een argumentatie voor vermoedens van (ernstige) dyslexie. In deze argumentatie staan relevante gegevens, zoals de beschrijving van lees- en spellingproblemen, de omschrijving en resultaten van de extra begeleiding, de scores van toetsmomenten, de opgedane leerachterstand (ten opzichte van de normgroep) en vermelding van eventuele andere (leer)stoornissen.

Zorg

Indien er na de bovenstaande vier stappen vermoedens zijn van ernstige dyslexie kunnen de ouders het kind vanuit de school doorverwijzen naar de zorg voor diagnose en behandeling.

  1. Een gekwalificeerde professional, zoals een orthopedagoog of psycholoog, voert een toetsing uit en bekijkt of er op basis van de aangeleverde gegevens in het leerlingdossier voldoende onderbouwing is voor vermoedens van dyslexie.
  2. Indien die vermoedens er zijn, zal er een diagnose plaatsvinden waaruit zal blijken of er daadwerkelijk sprake is van EED.
  3. Bij EED wordt de behandeling vergoed op basis van de Jeugdwet. Deze wordt georganiseerd en bekostigd door gemeenten en uitgevoerd door verschillende zorgaanbieders. De diagnosticus bepaalt welke behandeling het meest effectief zal zijn.
  4. Er vindt een terugverwijzing naar het onderwijs plaats als er onvoldoende onderbouwing is voor het vermoeden van dyslexie of als er geen sprake is van EED.

Schematisch overzicht dyslexie hulp- en zorg

Hieronder is schematisch in kaart gebracht hoe dyslexiezorg in Nederland is georganiseerd en welke partijen daarbij betrokken zijn.

Cijfers dyslexie

 Jaarlijks 190.000 kinderen (100 procent)
1. Signalering lees- en spellingsproblemen / begeleiding op school10 procent
2. Doorverwijzing naar zorg7 procent
3. Diagnose EED5 procent
4. Behandeling EED3,5 procent
  • Duur gemiddelde zorgtraject: 1,5 jaar
  • Landelijke kosten per jaar: 51 miljoen

Kernpunten dyslexie

  • Scholen zijn verantwoordelijk voor het signaleren van (mogelijke) dyslexie, het geven van begeleiding bij dyslexie en het doorverwijzen naar de zorg voor specialistische behandeling.
  • Niet alle kinderen die worden doorverwezen door de school hebben EED. Dat wil zeggen dat niet iedereen in aanmerking komt voor behandeling. Er vindt ook terugverwijzing plaats naar de school.
  • De gemeente is, op grond van de Jeugdwet, verantwoordelijk voor het organiseren en bekostigen van dyslexiezorg bij EED. Hiertoe behoort ook de inkoop en toeleiding van een passend en kwalitatief zorgaanbod.
  • Gemeenten maken op regionaal niveau afspraken met zorgaanbieders en scholen over de integrale aanpak van dyslexie.
  • Gemeenten moeten deskundigen inschakelen op het gebied van taal- en leerproblemen.
  • De zorgaanbieder levert dyslexiezorg volgens de afspraken met de gemeente en de zorgprotocollen voor dyslexie.
  • Kwaliteitsinstituten monitoren de kwaliteit van zorg en verzamelen gegevens van gemeenten en zorgaanbieders.

Kom jij of je kind niet in aanmerking voor dyslexiezorg op basis van de regelingen in de Jeugdwet? Dan is het bij een laag inkomen vaak mogelijk om bijzondere bijstand aan te vragen.

Welke beroepsgroepen bieden hulp?

  • Gezondheidspsychologen, geregistreerd via de BIG (beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)
  • Jeugd- en kinderpsychologen, geregistreerd bij de NIP (Nederlands Instituut van Psychologen)
  • Orthopedagoog-generalist, geregistreerd bij de NVO (Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijsdeskundigen)

Er kunnen ook medebehandelaars, zoals een basispsycholoog, orthopedagoog en/of logopediste betrokken worden bij de behandeling. Deze vallen echter onder de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerd medisch specialist.

Bronnen

  • Handreiking dyslexiezorg onder de Jeugdwet
  • Factsheet EED (NRD/KD/NIP/NVO/NVLF)
  • Steunpunt dyslexie
  • Regelhulp