Gehoorapparaat (eigen bijdrage) (2023)
Een gehoorapparaat kan een uitkomst zijn bij diverse hoorproblemen of gehoorverlies. Een audicien of een audiologisch centrum bepaalt, afhankelijk van de hoorklachten, welk type gehoorapparaat nodig is.
Gehoorapparaten (hoortoestellen) en ruismaskeerders vallen onder de categorie hulpmiddelen en worden gedeeltelijk door de basisverzekering gedekt. Vanuit de aanvullende zorgverzekering zijn er vergoedingen mogelijk voor de verplichte eigen bijdrage.
Direct naar de vergoeding voor gehoorapparaten per zorgverzekeraar
Vergoeding basisverzekering
De verzekerde komt in aanmerking voor vergoeding van een hoortoestel vanuit de basisverzekering als er sprake is van gehoorverlies. Het gaat dan om een verlies van minimaal 35 decibel (dB).
Ook moet er worden voldaan aan voorwaarden die staan in het reglement hulpmiddelen.
Dekking
- Het hoortoestel, inclusief één batterij, wordt vergoed voor 75 procent van het aankoopbedrag (bij een gecontracteerde leverancier/zorgaanbieder).
- Het onderzoek naar de gehoorfunctie wordt ook vergoed door de basisverzekering.
De prijs van een hoortoestel wordt bepaald in de polisvoorwaarden. De prijs van hetzelfde hoortoestel kan in de praktijk dus per zorgverzekeraar verschillen. De audicien hanteert de bedragen die in de overeenkomst met de zorgverzekeraar zijn bepaald.
Eigen bijdrage en eigen risico
De verzekerde betaalt zelf een eigen bijdrage van 25 procent (in 2023) bij het aanschaffen van een hoortoestel. Daarnaast geldt het eigen risico.
Voor een hoortoestel van 1.000 euro betaalt de verzekerde dus een eigen bijdrage van 250 euro uit eigen portemonnee. Van de overgebleven 750 euro wordt het (resterende) eigen risico van de verzekerde afgetrokken. De verzekeraar dekt het overgebleven bedrag.
Voorbeeld:
- Bob is slechthorend en koopt op advies van de audicien een hoortoestel van 800 euro bij een gecontracteerde leverancier.
- Hij stuurt de nota naar de zorgverzekeraar.
- Bob betaalt eerst een eigen bijdrage van 25 procent. Dat komt neer op 800 x 0,25 = 200 euro. Er blijft 600 euro over.
- Bob heeft verder nog geen gebruik gemaakt van zijn eigen risico.
- Van de overgebleven 600 euro gaat eerst nog zijn volledige verplichte eigen risico (385 euro) af. Er blijft 600 – 385 = 215 euro over.
Uiteindelijk betaalt Bob 200 euro eigen bijdrage en 385 euro eigen risico uit eigen zak. De resterende 215 euro wordt door zijn zorgverzekeraar vergoed.
Belangrijk
- Het eigen risico wordt verrekend wanneer de toestellen worden gedeclareerd.
- Omdat toestellen relatief duur zijn, wordt direct het volledige eigen risico verrekend of wat daar nog van over is.
- Voor kinderen tot 18 jaar wordt een hoortoestel volledig vergoed
Vergoeding aanvullende verzekering
Via de aanvullende zorgverzekering komt de verzekerde in aanmerking voor de vergoeding van een gehoorapparaat. Afhankelijk van de zorgverzekeraar kan de vergoeding van hulpmiddelen verschillend tot stand komen.
Er zijn twee opties:
- De zorgverzekeraar hanteert een aparte vergoeding per hulpmiddel of;
- Er is een budget voor diverse hulpmiddelen samen.
Bij optie 2 valt de vergoeding van een hoortoestel samen met die van andere hulpmiddelen, zoals een kunstgebit, incontinentiemateriaal, therapeutische kousen, enzovoorts.
Soms valt de vergoeding van de eigen bijdrage voor het hoortoestel samen met de vergoeding voor andere eigen bijdragen, zoals geneesmiddelen of ziekenvervoer.
In het onderstaande overzicht zijn de vergoedingen voor gehoorapparaten, opgenomen. Als er de vergoeding van het hoortoestel samenvalt met het budget voor andere hulpmiddelen, dan staat dit aangegeven. Doorgaans kan het vergoedingsbedrag alleen gebruikt worden voor de eigen bijdrage (25 procent in 2022) die geldt voor de aanschafprijs van het gehoorapparaat.