Dé 10 grootste misvattingen over de zorgverzekering

Dé 10 grootste misvattingen over de zorgverzekering

Artikel door: Koen Kuijper - geen reacties

Dé 10 grootste misvattingen over de zorgverzekering

Bij veel Nederlanders is de kennis over de zorgverzekering te beperkt. Er bestaan nog altijd veel misvattingen, bijvoorbeeld over het eigen risico en met betrekking tot overstappen van zorgverzekeraar. Zo denken veel Nederlanders dat ze hun eigen risico niet hoeven te betalen bij een spoedeisende ingreep in het ziekenhuis.

ZorgWijzer.nl wil dit soort verwarringen wegnemen en zet de daarom tien grootste misverstanden over de zorgverzekering op een rij.

1. “De zorgverzekeraar mag mij niet weigeren”

Die stelling is niet helemaal waar. Hoewel de zorgverzekeraar niemand mag weigeren voor de basisverzekering, kan een zorgverzekeraar wel een medische selectieprocedure hanteren voor de aanvullende verzekering, bijvoorbeeld bij een tandartsverzekering met een hoge vergoeding. De zorgverzekeraar mag je dan weigeren voor een bepaalde verzekering, bijvoorbeeld als de voorziene kosten erg hoog zijn.

2. “Eigen bijdrage is een ander woord voor het eigen risico”

Fout. Eigen bijdrage en eigen risico zijn twee verschillende dingen. Hieronder worden de verschillen toegelicht:

Eigen risicoEigen bijdrage
Het eigen risico is één vast bedrag die je jaarlijks betaalt voor meerdere zorgvormen. Zodra het eigen risico volledig is betaalt, wordt de resterende zorg volledig vergoed (tenzij er een eigen bijdrage geldt).De eigen bijdrage is geen jaarlijks bedrag, maar een percentage of een bedrag dat je voor een specifieke zorgvorm moet betalen, bijvoorbeeld 4,15 euro per uur voor kraamzorg.
Het eigen risico geldt voor de meeste zorg die uit het basispakket wordt vergoed, zoals behandeling in het ziekenhuis en medicijnen.De eigen bijdrage betaal je alleen voor bepaalde geneesmiddelen, sommige hulpmiddelen, kraamzorg en bevalling in het ziekenhuis zonder medische noodzaak.

Lees ook: Wanneer betaal ik een eigen bijdrage?

3. “Spoedeisende zorg in het ziekenhuis valt niet onder het eigen risico”

Dat klopt niet. Zorg die door ziekenhuizen wordt verleend valt bijna altijd onder het eigen risico. Dat geldt ook voor spoedeisende zorg. Spoedeisende zorg die door een huisarts wordt verleend is wel uitgesloten van het eigen risico.

4. “Ik betaal mijn eigen risico voor behandelingen bij de fysiotherapeut”

Niet altijd. Alleen als de behandelingen vanuit de basisverzekering worden vergoed, is het eigen risico van toepassing. Dat geldt met name voor chronisch zieken die recht hebben op vergoeding van fysiotherapie uit het basispakket. Worden de behandelingen vergoed via de aanvullende verzekering vergoed? Dan betaal je niet eerst je eigen risico, maar wordt de zorg direct gedekt.

Lees ook: Wanneer geldt het eigen risico?

5. “Het eigen risico geldt voor iedereen”

Onjuist. Jongeren tot en met 18 jaar betalen geen premie, maar ook geen eigen risico. Zij zijn ‘meeverzekerd’ via de polis van één van de ouders.

6. “Met een naturapolis heb ik geen keuzevrijheid in artsen en ziekenhuizen”

Kolder. Iedereen in Nederland mag zelf zijn ziekenhuis en arts kiezen, ongeacht de afgesloten zorgpolis. Dat betekent echter niet dat de verzekerde ook volledig wordt vergoed bij iedere zorgaanbieder. Het kan voorkomen dat de zorgverzekeraar met bepaalde ziekenhuizen geen prijsafspraken maakt over de vergoeding van zorg. Ga je dan toch naar dat ziekenhuis voor een behandeling? Dan betaal je een deel van de nota zelf. Gelukkig geldt voor de naturapolis en restitutiepolis dat er met alle (of bijna alle) ziekenhuizen contracten worden gesloten. Alleen bij de budgetpolis zijn vaak meerdere ziekenhuizen waar je geen recht hebt op volledige vergoeding. Het gaat voor de duidelijkheid om planbare zorg, zoals een knie- of staaroperatie.

Voor spoedeisende zorg vervalt het issue van contractering. Je hebt voor spoedeisende zorg altijd recht op volledige vergoeding in ieder ziekenhuis. Je betaalt wel je eigen risico.

7. “Overstappen naar een andere zorgverzekeraar levert niets op”

Dat is niet waar. Sterker nog, uit recentelijk onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) bleek dat overstappers dit jaar gezamenlijk 69 miljoen euro hebben bespaard. Aangezien er ongeveer een miljoen mensen ieder jaar overstappen, komt dat neer op een kleine 70 euro per verzekerde.

Bovendien zijn er diverse consumentsites, zoals ConsuWijzer en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) die stellen dat het verstandig is een avond in te plannen waar je checkt hoeveel je betaalt voor je zorgverzekering en vervolgens vergelijkt of er betere of goedkopere alternatieven zijn.

8. “Ook al levert overstappen me wel iets op, het kost me te veel administratieve rompslomp”

Ook dat klopt niet. Het vergelijken van verschillende zorgverzekeringen gaat eenvoudig via een vergelijkingswebsite en ook de overstap zelf is snel geregeld. Dat komt omdat zorgverzekeraars onderling afspraken hebben gemaakt, zodat je oude zorgverzekering automatisch wordt opgezegd bij een overstap. Je hoeft dan zelf niets te doen.

9. “Een collectieve zorgverzekering is altijd voordeliger”

Nee, een zorgverzekering die op collectieve basis is afgesloten biedt weliswaar een korting ten opzichte van de standaard polis, maar dat betekent nog niet dat deze altijd goedkoper is dan andere polissen die worden aangeboden. De meeste mensen hebben een collectieve zorgverzekering via de werkgever bij een wat duurdere zorgverzekeraar, waardoor er zelfs met de korting, diverse goedkopere alternatieven te vinden zijn.

Lees ook: Is een zorgverzekering via de werkgever goedkoper?

10. “Zorgverzekeraars maken winst om aandeelhouders te spekken en bonussen uit te keren”

Onzin. Hoewel zorgverzekeraars op papier winst maken, gaat een groot deel van de gemaakte winst terug naar de premiebetaler. Het overige deel moet (verplicht) gebruikt worden om het eigen vermogen en de financiële gezondheid op de langere termijn (de solvabiliteit)  te verhogen. Deze verplichting wordt opgesteld door De Nederlandsche Bank (DNB). Zorgverzekeraars moeten namelijk voldoende financiële reserves in kas hebben om toekomstige risico’s te dekken. Daarbij kun je denken aan een grote financiële tegenvaller in de zorgsector of een bankencrisis.

Schrijf een reactie

Het e-mailadres blijft prive.