Wat gebeurt er met de winsten van zorgverzekeraars?

Wat gebeurt er met de winsten van zorgverzekeraars?

Artikel door: Bart Koenraadt - geen reacties

Wat gebeurt er met de winsten van zorgverzekeraars?

De zorgpremie gaat voor iedereen omhoog in 2017 met ongeveer zeven à tien procent. Een belangrijke reden voor deze forse stijging is dat zorgverzekeraars minder uit reserves kunnen putten om de premie enigszins nog betaalbaar te houden. Toch blijken de verzekeraars gezamenlijk voor miljarden euro’s aan reserves te hebben op de bank en hebben zij bovendien de afgelopen jaren een positief resultaat neergezet. Dus wat gebeurt er eigenlijk met de winsten van de zorgverzekeraars en hoe zien consumenten dat terug?

2 miljard

Alle 9 zorgverzekeringsconcerns hielden in 2015 gezamenlijk 2,3 miljard euro over aan de basisverzekering. Dat is 6,1 procent van de totale omzet. Bij de vaststelling van de premie voor de zorgverzekering in 2016 is van dit bedrijfsresultaat 84 procent (aan reserves) ingeboekt om de premies te verlagen.

In euro’s gaat het om ruim 2 miljard aan reserves. Dat komt neer op 145 euro per volwassenen verzekerde wat zorgverzekeraars hebben bijgelegd om de premie dit jaar minder hard te laten stijgen.

Echter, zoals verzekeraars zelf nu al aangegeven is dit “potje” niet oneindig en kunnen zij de premie niet jaarlijks met een dergelijk bedrag compenseren. Zo legt DSW voor 2017 94 euro per verzekerde opzij om de premie te drukken. Vandaar dat de basisverzekering gaat stijgen met bijna 10 euro per maand bij de Schiedamse zorgverzekeraar



Volgens de topman van DSW – Chris Oomen – zijn de reserves nog wel hoger dan de grens die minimaal aangehouden moet worden door De Nederlandsche Bank (DNB), maar moet de verzekeraar een buffer aanhouden in geval dat er onverwachte zorgkosten zijn.

DSW heeft op de eigen website een afbeelding geplaatst met een uitleg over de premieopbouw voor 2017.

DSW premieopbouw 2017

Opbouw premie

De overheid maakte tijdens Prinsjesdag de zogenoemde nominale rekenpremie bekend. Dat is een optelsom van de verwachtte zorgkosten voor het daaropvolgende jaar. Echter bepalen de zorgverzekeraars uiteindelijk zelf de hoogte van de daadwerkelijke premie, door middel van de kosten die zij zelf verwachten (opslagpremie).

De opslagpremie compenseert bijvoorbeeld de bedrijfskosten van de verzekeraar of ze kunnen een opslag rekenen, wanneer zij verwachten dat de geschatte zorgkosten te laag zijn berekend voor de Rijksoverheid. Dat kan overigens ook omgekeerd werken (een negatieve opslagpremie). Dit betekent dat zorgverzekeraars lagere premies hebben gerekend dan te verwachten viel aan de hand van de voorspelde zorgkosten.

Dit was het geval in de afgelopen 4 jaar. Echter, voor 2017 berekende het kabinet een stijging van gemiddeld 3,50 euro per maand. Maar als DSW gezien kan worden als leidraad voor de overige verzekeraars, dan gaat de premie volgend jaar met maandelijks 7 a 10 euro omhoog.

Goedkopere zorgverzekering?

De conclusie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de positieve financiële resultaten van zorgverzekeraars is dat dit niet betekent dat Nederlanders minder zijn gaan betalen voor hun zorgverzekering. De zorgpremies zijn in 2015 en 2016 gestegen ten opzichte van 2014. In de jaren daarvoor zijn de premies weliswaar gedaald, maar daar stond een verhoging van de eigen betalingen tegenover.

Zo steeg het eigen risico in het jaar 2013 met 130 euro naar in totaal 350 euro. In 2017 blijft dit bedrag overigens gelijk aan het huidige jaar, namelijk 385 euro.

Eigen risico 2017

In 2015 stegen de uitgaven aan de zorgverzekering met 3,1 procent en in 2016 naar verwachting met 3,2 procent, aldus de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De zorgverzekering wordt dus nog steeds duurder voor consumenten. Wel krijgen verzekerden daarbij ook meer waarde voor hun premie: het basispakket is de afgelopen jaren uitgebreid.

Zo is de wijkverpleging onderdeel geworden van de zorgverzekering en worden de volgende behandelingen vanaf 2017 opgenomen:

  • Operatie van het bovenooglid op grond van medische noodzaak
  • Plaatsen van een borstprothese bij vrouwen en transvrouwen die geen borstgroei hebben
  • Besnijdenis op basis van medische noodzaak
  • 37 fysiotherapiebehandelingen voor patiënten met etalagebenen
  • Kortdurend verblijf in een zorginstelling (eerstelijns verblijf)
  • Kunsttanden worden vergoed tot aan 23 jaar (i.p.v. 18 jaar).
  • Vergoedingen zonder eigen risico is uitgebreid

Schrijf een reactie

Het e-mailadres blijft prive.