Zorgaanbieder sluit minder vaak contract met verzekeraar

Zorgaanbieder sluit minder vaak contract met verzekeraar

Artikel door: Koen Kuijper - geen reacties

Zorgaanbieder sluit minder vaak contract met verzekeraar

Zorgaanbieders sluiten in steeds mindere mate contracten af met zorgverzekeraars. De verzekeringsmaatschappijen dreigen daardoor de grip op de kosten en kwaliteit te verliezen. Dat blijkt uit cijfers van de grote verzekeraars die de redactie van BNR heeft weten te bemachtigen. Met name in de wijkverpleging en de geestelijke gezondheidszorg (ggz) zijn er problemen.

Steeds meer instellingen binnen deze sectoren kiezen er voor om met geen enkele verzekeraar een contract te sluiten. Dat houdt in dat de verzekeraar geen controle heeft op de prijs, kwaliteit of doelmatigheid van de behandeling. Tegelijkertijd moet de verzekeraar volgens de wet wel minimaal 75 procent van de kosten vergoeden die de patiënt maakt. Daarnaast heeft de patiënt ook een eigen bijdrage van 25 procent op de nota.

Oorzaak

De oorzaak voor het probleem ligt volgens Xander Koolman, werkzaam bij het Talma Instituut, grotendeels bij de verzekeraars. De contracten die zorgverleners voorgeschoteld krijgen zijn relatief streng in de wijkverpleging en de ggz. Zo zouden verzekeraars voor wijkverzorging een sterke prikkel hebben om aan te sturen op de doelmatigheid. Dat betekent dat het aantal uren per patiënt vaak erg krap is. Zorgverleners die meer uren zorg verlenen en niet aan de eisen kunnen voldoen, voelen zich snel beperkt en besluiten dan om geen contracten te sluiten. Dit resulteert op zijn beurt weer op minder controle door de verzekeraar op de prijs en kwaliteit.

Niet-gecontracteerde zorg

Voor de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg geldt bij de meeste standaard basisverzekeringen (de zogenaamde naturapolis) een vergoeding van 75 procent. Soms ligt dat percentage iets lager en soms iets hoger. Normaal gesproken moet de patiënt de gehele eigen bijdrage (25 procent) zelf betalen. Uitzondering hierop is als mensen door de eigen bijdrage afzien van bepaalde zorg. Er is dan sprake van het hinderpaalcriterium.

Meer over hinderpaalcriterium

In de praktijk blijkt overigens dat veel zorgaanbieders de eigen bijdrage niet in rekening brengen. Deze wordt dan simpel kwijtgescholden. Hiertegenover staat echter wel dat de zorgaanbieder veel meer uren declareert waardoor de verzekeringsmaatschappij meer kosten maakt.

Peperduur

Volledige keuzevrijheid voor patienten maakt de zorg peperduur, beweert Koolman. Dat komt omdat zorgaanbieders dan zonder enige controle hun eigen tarieven kunnen bepalen en de verzekeraar altijd maar vergoed. De Verenigde Staten is hier een goed voorbeeld van: de premies van ziektekostenverzekeringen liggen hier dusdanig hoog dat alleen mensen met een goed salaris zich ruim kunnen verzekeren voor medische zorg.

Wim van der Meeren, bestuursvoorzitter van CZ, is van mening dat de contracten er juist voor zorgen dat de zorg een beetje betaalbaar blijft. Inmiddels wordt namelijk bijna 6.000 euro per burger per jaar uitgegeven aan gezondheidszorg. Een enorm hoog bedrag.

Keuzevrijheid niet altijd beter

Van der Meeren benadrukt verder dat keuzevrijheid tot op zekere hoogte goed is. Maar als de patiënt altijd zelf kan kiezen waar hij/zij behandeld wilt worden, betekent dat zij ook naar zorgaanbieders kunnen gaan die buitensporig hoge tarieven hanteren of waar de behandeling eigenlijk niet helemaal voldoet aan de kwaliteitseisen. En dat terwijl we er wel met z’n allen aan meebetalen.

Schrijf een reactie

Het e-mailadres blijft prive.