search

Zoeken

‘Reken je niet rijk! Zorgpremie 2022 harder omhoog’

‘Reken je niet rijk! Zorgpremie 2022 harder omhoog’

In de op dinsdag gepresenteerde Miljoenennota komt naar voren dat de gemiddelde zorgpremie volgend jaar mild stijgt met 31 euro. De totale premie van een zorgverzekering komt hierdoor uit op 1.509 euro per verzekerde, ofwel 125,75 euro per maand.

Maar volgens Zorgwijzer kan deze voorspelling in realiteit wel eens heel anders gaan uitpakken, omdat het kabinet in haar berekeningen uitgaat van een te lage opslagpremie.

Zorgwijzer zocht voor je uit hoe de vork in de steel zit.   

Hoe is je premie opgebouwd?

De zorgpremie die je betaalt aan je verzekeraar is opgebouwd uit 2 soorten premies, namelijk:

  • De rekenpremie
  • De opslagpremie

Een overzicht:

 202020212022
Nominale rekenpremie€ 1.373€ 1.417€ 1.486
Nominale opslagpremie€ 41€ 61€ 23
Nominale premie (totaal)€ 1.414€ 1.478 € 1.509

Wat betekenen deze bedragen?

Rekenpremie

De rekenpremie wordt ieder jaar vastgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het bedrag wordt gebaseerd op een schatting van de zorgkosten in basisverzekering. Het is voor iedere verzekeraar even hoog.

In 2022 bedraagt de rekenpremie 1.486 euro. Dat is 69 euro meer dan nu.

Opslagpremie

Dan is er ook nog de opslagpremie. Hieruit worden verschillende kosten betaalt die de verzekeraar verwacht te maken, zoals:

  • Bedrijfskosten
  • Schadebehandelingskosten
  • Collectiviteitskortingen aan klanten

Ook het financiële resultaat van de zorginkoop, ten opzichte van wat het ministerie voorspelt, speelt een rol. Hoe scherper en beter de zorginkoop, hoe lager de kosten. Ten slotte is ook van groot belang of de verzekeraar haar financiële reserves afbouwt of juist opbouwt. Daarover later meer.

Door de opslagpremie zo laag mogelijk te houden, concurreren verzekeraars met elkaar om verzekerden, die jaarlijks kunnen overstappen naar een andere verzekeraar.

Koen Kuijper (Zorgwijzer)

Voorspelling

Voor 2022 gaat het kabinet uit van een gemiddelde nominale opslagpremie van slechts 23 euro per verzekerde. Dat is beduidend lager dan in 2021, toen is gerekend met een opslagpremie van 61 euro.

Ook zorgverzekeraars zelf rekenen over het algemeen met een fors hogere opslagpremie dan het kabinet nu doet voor 2022. Zo was in 2021 de opslagpremie bij Zilveren Kruis 96 euro per verzekerde en bij Menzis zelfs bijna 128 euro.

Verzekeraars en hun opslagpremie in 2021:

  • Zorg en Zekerheid: 113 euro
  • CZ: 107 euro
  • DSW: 77 euro
  • VGZ: 56 euro

Update: DSW heeft als eerste de zorgpremie voor 2022 bekend gemaakt.

Inzet reserves

Maar hoe komt de overheid dan aan de 23 euro aan opslagpremie per verzekerde?

Dat heeft alles te maken met de regels van De Nederlandsche Bank (DNB). Die stelt dat alle verzekeraars geld op de plank moeten hebben om tegenvallers op te vangen. Dat is wettelijk verplicht. Op deze manier kunnen de zorgkosten ook betaald worden als er onvoorziene kosten zijn, bijvoorbeeld bij een epidemie or ernstige ramp.  

Het geld dat in de ‘kluis’ ligt, kan echter ook worden gebruikt om de stijging van de premie het hoofd te bieden.

Het kabinet gaat er voor 2022 van uit dat zorgverzekeraars veel meer geld uit hun financiële reserves gaan halen om zo een lage opslagpremie te realiseren. Zo wordt er in de begroting van 2022 uitgegaan van 600 miljoen euro aan reserve-afbouw, terwijl in 2021 nog werd uitgegaan van 450 miljoen euro. De vraag is of verzekeraars dat kunnen missen.

Koen Kuijper (Zorgwijzer)

Waarschijnlijk hebben lang niet alle verzekeraars voldoende financiële middelen om de opslagpremie te verlagen tot 23 euro.

Een goed voorbeeld is DSW. In 2020 zette de verzekeringsmaatschappij nog 2 euro per verzekerde per maand in uit haar reserves. Maar gelet op de huidige omvang van de reserves was er voor dit jaar geen ruimte om reserves in te zetten voor een lagere premie. Het is onduidelijk welke ruimte er is voor 2022.

Verzekeraars krap bij kas?

Ook andere verzekeraars zitten mogelijk krapper bij kas, blijkt uit gegevens van de Staat van Volksgezondheid en Zorg. Zo hebben a.s.r., Menzis en VGZ een solvabiliteitsratio van rond de 140 procent (2020). Achmea, CZ, ONVZ en Zorg en Zekerheid zitten wat beter wat betreft hun reserves.

Door de verschillen in financiële reserves tussen verzekeraars kan de premie voor 2022 dus fors gaan verschillen per basispolis. Dat is dit jaar ook al zo.

Wat wordt je zorgpremie?

Laten we voor het gemak ervan uitgaan dat de opslagpremie voor 2022 hetzelfde is als in 2021. In dat geval stijgt de nominale premie met 69 euro per verzekerde, in plaats van de nu geraamde 31 euro.

Dat betekent dat je volgend jaar bijna 6 tientjes meer gaat betalen voor je basisverzekering. Een gezin van twee personen is komend jaar bijna 140 euro meer kwijt.

Het is ook denkbaar dat verzekeraars verwachten hogere kosten te gaan maken en minder geld gaan trekken uit hun reserves. In dat geval valt de opslagpremie mogelijk hoger uit dan in 2021. De gemiddelde zorgpremie kan dan wel eens met 7 of 8 euro gaan stijgen.

Voorlopig blijft het nog even koffiedik kijken. Volgende week weten we waarschijnlijk al wat meer. Dan komt DSW met diens zorgpremie voor volgend jaar. Update: DSW stelt bekendmaking uit door corona.

Bronnen:

  • Rijksbegrotingen 2021 en 2022
  • Premieopbouw zorgverzekeraars 2021
Auteur

Over de auteur:

Voor Zorgwijzer hou ik mij voornamelijk bezig met het bijhouden van de laatste ontwikkelingen omtrent het zorgverzekeringsstelsel.

Meer over Bart

Schrijf een reactie