1,2 miljoen Nederlanders hebben dit jaar een andere zorgverzekeraar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van onderzoeksbureau Vektis. In totaal is 6,7 procent van alle verzekerden overgestapt van zorgverzekering. Een deel van hen deed dat nog in januari, maar hiervoor moest de oude polis al wel zijn stopgezet.

Het aantal wisselingen ligt 0,2 procentpunt hoger dan in 2021 en 2020. Eind april komt Vektis met een uitgebreide analyse.

Werkelijk aantal wisselingen nog hoger

Het daadwerkelijk aantal mensen dat een andere ziektekostenverzekering heeft, ligt nog 3 tot 4 procentpunt hoger, aangezien alleen verzekerden die zijn gewisseld van risicodrager worden meegeteld. Iemand die tussen 2 labels van dezelfde verzekeraar switchen wordt niet meegeteld in de cijfers. Zoals van Menzis naar Anderzorg.

Zo werden er voor 2020/2021 1,7 miljoen wisselingen genoteerd, ofwel zo’n 1 op de 10 Nederlanders.

Besparing

Iemand die onlangs is gewisseld van basisverzekering kan dit jaar tot ruim 500 euro besparen. Als ook de aanvullende verzekering wordt meegerekend, kunnen de verschillen oplopen tot meer dan 600 euro, blijkt uit een analyse van Zorgwijzer.

De grootste prijsverschillen ontstaan door de verschillen in zorgkeuze. Zo zijn er naturapolissen met beperkte zorgkeuze, waarbij je niet in alle ziekenhuizen terecht kunt voor planbare zorg. Daarnaast zijn er de restitutieverzekeringen, waarbij je als verzekerde een volledig vrije zorgkeuze hebt en tot 100 procent wordt vergoed bij zorgaanbieders zonder contract met de verzekeraar.

Vooruitblik 2023

Wat betreft overstappers kan 2023 een stormachtig jaar worden. Vanaf dan mogen verzekeraars namelijk geen collectiviteitskorting meer geven bij een basisverzekering. Dat betekent dat een basisverzekering van een bepaalde verzekeraar voor iedereen dezelfde prijs heeft. Het vergelijken van verzekeraars wordt daardoor ook een stuk eenvoudiger, wat een verhogend effect zal hebben op het aantal wisselaars.

Zo’n 2 op de 3 Nederlanders heeft een collectieve zorgverzekering. Zij komend eind dit jaar voor een enigszins onaangename verrassing te staan.

Voordeel weg

Mensen die nu nog een collectiviteitskorting van 5 procent ontvangen, bijvoorbeeld via de werkgever of sportvereniging, verliezen een voordeel van circa 60 tot 90 euro op jaarbasis. Mensen zonder collectieve zorgverzekering, zullen waarschijnlijk een minder hoge premiestijging ervaren.

Voor de aanvullende- en tandartsverzekering mogen zorgverzekeraars overigens wel collectieve kortingen blijven hanteren. Die kunnen soms oplopen tot 30 procent, afhankelijk van het collectief.